link naar deze pagina

Raadsvergadering agenda Laren - 24 juni 2020

Locatie: BEL-kantoor, Raadzaal 0.26
Aanvang: 20:00
Eindtijd: 22:00
Voorzitter: N. Mol
Toelichting: in verband met de maatregelen rondom corona is beperkte aanwezigheid (max. 30 personen) van publiek in de hal van het BEL-kantoor mogelijk. De vergadering is in de hal via beeld en geluid te volgen. Mocht u aanwezig willen zijn, dan kunt u zich tot uiterlijk 17.00 uur die dag bij de griffie (griffie@laren.nl) aanmelden.

1
Opening en vaststelling agenda
2
Mededelingen
3
Beantwoording Vragen
4
Meldingen Portefeuillehouders m.b.t. Gemeenschappelijke Regelingen
5
Vaststellen besluitenlijst openbare raadsvergadering d.d. 27 mei 2020
6
Vaststellen lijst ingekomen stukken
7
Raadsvoorstellen:
7.1
Jaarstukken 2019 en Begroting 2021 BEL Combinatie
Voorstel:
1. kennis te nemen van het jaarverslag en de jaarrekening 2019;
2. kennis te nemen van het accountantsverslag 2019 en de raadsinformatiebrief;
3. kennis te nemen van de ontwerpbegroting 2021 en meerjarenraming 2022-2024;
4. een zienswijze in te dienen op de ‘Ontwerpbegroting 2021 en meerjarenraming 2022-2024’ van de GR BEL Combinatie;
5. de geheimhouding ten aanzien van de bijlage ‘managementletter’ op grond van artikel 25, lid 3 Gemeentewet te bekrachtigen.
7.2
Technische wijziging Gemeenschappelijke regeling Regio G&V
Voorstel:
In te stemmen met de wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Regio G&V.
7.3
Inrichtingsschets Herinrichting Brink
Voorstel:
1\. in te stemmen met de inrichtingsschets Herinrichting Brink d\.d\. 4 februari 2020;
2\. in te stemmen met het voorkeursmodel voor wat betreft waterberging; waterberging in
    verlaagd middengebied.
7.4
Onderzoek Rekenkamercommissie “Inzicht in de energietransitie binnen de BEL-gemeenten”
Voorstel:
De aanbevelingen zoals geformuleerd in het rapport “Inzicht in de energietransitie binnen
de BEL- gemeenten” en de oplegger over te nemen, te weten:

Voor het onderdeel beleidsmonitoring
• afspraken maken met het college over de informatievoorziening over concrete projecten.
het college opdragen:
Voor het onderdeel beleidsbeschrijving
• Alle hoofddoelen van de BEL-gemeenten zijn te koppelen aan data uit de Klimaatmonitor. Formuleer ook elk subdoel zodanig dat er een indicator aan te koppelen is. De waarde van de indicator is idealiter met behulp van openbare bronnen, zoals de Klimaatmonitor, te meten of te berekenen.
• Vermeld deze indicator in toekomstige rapportages bij ieder (sub)doel, alsmede de bron waarin de data voor deze indicator te vinden zijn.
Voor het onderdeel onderbouwing van het beleid
• Zorg voor een verdere concretisering van de output.
• Vermeld in beleidsstukken de gehanteerde bronnen altijd volledig. Dit geeft inzicht in de mate van zekerheid die toegeschreven kan worden aan de verschillende schattingen en zorgt voor meer transparantie.
• Besteed extra aandacht aan de onzekerheidsmarges van de gerapporteerde getallen door een bandbreedte rond de gepresenteerde cijfers te geven en zo te voorkomen dat een te positief beeld van de effectiviteit van het beleid ontstaat.
• Monitor de effectiviteit van de thans voorziene maatregelen op het terrein van de productie van hernieuwbare energie goed en evalueer de voortgang van het energietransitiebeleid periodiek.
• Beargumenteer bij elke maatregel waarom hier een rol voor de overheid is weggelegd en waarom het gekozen beleidsinstrument passend is om marktfalen op te lossen. Kijk hierbij ook naar factoren die het gedrag van burgers en bedrijven op het terrein van duurzaamheid in positieve richting kunnen beïnvloeden.
Voor het onderdeel beleidsmonitoring
• Neem de tabel met de optelling van de resultaten van individuele maatregelen tot de gestelde beleidsdoelen (zie Bijlage C) op in de voortgangsrapportages. Op deze manier wordt duidelijk of de (verwachte) realisatie achterloopt op de doelstelling van het beleid. Maak op basis daarvan zichtbaar welke acties nodig zijn om de gestelde doelen te behalen.
• Houd rekening met de vertraagde beschikbaarheid van realisatiegegevens uit de Klimaatmonitor. Deze gegevens komen soms pas na 1,5 à 2 jaar beschikbaar waardoor beleid niet tijdig bijgestuurd kan worden. Gebruik eventueel aanvullende indicatoren op basis van andere databronnen om trendbreuken tijdig te kunnen signaleren. Welke databronnen hiervoor geschikt zijn, zal van geval tot geval moeten worden bekeken.
• Signaleer tijdig de risico’s en kansen vanwege de impact van de Regionale Energiestrategie op het energietransitiebeleid van de BEL-gemeenten en onderneem actie als dat nodig blijkt.
Gemeente-specifieke aanbevelingen over de formulering van subdoelen
• De hoofddoelen (zie tabel D.3) zijn rechtstreeks aan indicatoren in de Klimaatmonitor te koppelen. Dit geldt niet voor de subdoelen.
• Vermeld bij alle indicatoren de bron. Als Laren de data voor deze subdoelen zelf bijhoudt, of deze data in een andere (openbare) bron te vinden zijn, is het aan te bevelen om dit bij het subdoel te vermelden.
• Een andere optie is om de subdoelen aan te passen, zodat zij aansluiten bij data in de Klimaatmonitor. Subdoel A.1 luidt een energiebesparing van 1,5% per jaar op maatschappelijk vastgoed. Het is echter niet duidelijk wat precies onder maatschappelijk vastgoed valt en hoe dit kan worden gemonitord. Een optie is om het doel uit te splitsen en te richten op het energiegebruik van commerciële dienstverlening en publieke dienstverlening. Hiervan zijn data beschikbaar in de Klimaatmonitor.
• Vaak wordt ‘energieneutraal’ genoemd in de subdoelen. Dit is echter een lastig te meten concept, omdat de opwekking van hernieuwbare energie door bijvoorbeeld woningen of publieke dienstverlening niet bekend is. Door in de subdoelen onderscheid te maken tussen CO2-uitstoot of energiegebruik en de opwekking van hernieuwbare energie, kunnen de subdoelen beter worden gemonitord.
• Gebruik het format van het overzicht van het gerealiseerde beleid van Eemnes voor de toekomstige beleidsrealisaties.
Gemeente-specifieke aanbevelingen uit de aanvullende notitie
• Als de realisatie niet op koers ligt voor 2022 dienen in de uitvoeringsplannen aanvullende maatregelen opgenomen te worden. De uitvoeringsplannen moeten onderbouwen waarom met het aanvullende beleid de doelstellingen wel haalbaar zijn.
• Acties, plannen en resultaten moeten SMART geformuleerd worden. De te behalen doelstelling moet toetsbaar zijn, en de resultaten moeten zo beschreven zijn dat duidelijk blijkt of de beoogde acties zijn behaald of uitgevoerd.
• Acties moeten betrekking hebben op aanvullend gemeentelijk beleid. Het toetsen of ‘verplicht’ nationaal geformuleerd beleid door gemeenten wordt uitgevoerd, geeft geen inzicht in de voortgang van het energietransitiebeleid van de gemeenten Laren en Blaricum.
• De uitvoeringsplannen moeten eventuele verschillen tussen begrote en gerealiseerde kosten verklaren. Deze informatie is belangrijk voor het beoordelen van de vraag of het beleid doelmatig wordt uitgevoerd.
7.5
Het meten van luchtkwaliteit: project Hollandse luchten
Voorstel:
1. Kennis te nemen van deelname aan het project Hollandse Luchten van de provincie Noord-Holland, waarbij door middel van sensoren voor 1 jaar (vanaf september 2020) zonder kosten voor de gemeente fijnstof (PM 2,5 en PM 10) en stikstofdioxide (NO2) worden gemeten.
2. De metingen voor de periode van 2 jaar daarna te continueren om daarmee een compleet beeld over 3 jaar te verkrijgen.
3. Hiervoor budgetten van respectievelijk € 1.650,-, € 5.000,- en € 3.350,- voor de jaren 2021, 2022 en 2023 in de begroting 2021 en meerjarenraming 2022-2024 op te nemen voor mogelijk onderhoud en herstel van de sensoren.
4. Het project in het derde jaar (2023) te laten evalueren om te bepalen of na de periode van 3 jaar de metingen moeten worden gecontinueerd.
7.6
Kaderbrief gemeente Laren 2021
Voorstel:
1\. de kaderbrief met de kaderstellingen voor het opstellen van de begroting 2021 gemeente Laren vast te stellen;
2\. vast te stellen dat de financiële gevolgen vanuit deze kaderbrief als basis moeten worden opgenomen in de begroting 2021 en de MJB 2022\-2024 gemeente Laren\.
7.7
Jaarstukken 2019 gemeente Laren
Voorstel:
1. De jaarstukken 2019 vast te stellen met een voordelig saldo van € 113.300;
2. Het saldo van de naar 2020 overgehevelde budgetten ad. € 111.198 toe te voegen aan de algemene reserve;
3. Het conform het financieel kader Sociaal Domein laten vrijvallen van de bestemmingsreserve Sociaal Domein ten gunste van het te bestemmen rekeningresultaat 2019 voor een bedrag van € 360.351;
4. Het saldo van de nagekomen budgetoverhevelingen 2019  2020 als volgt te bestemmen en deels weer beschikbaar te stellen voor uitvoering in 2020:
 € 360.000 toe te voegen aan de nog te vormen bestemmingsreserve ‘Centrumplan Laren’;
 € 60.000 te reserveren voor een plan reclamebeleid en het verbeteren van cameratoezicht;
5. De in 2019 ontvangen middelen Procesversnelling Ruimtelijke Adaptie Laren Regenklaar ad € 68.400 toe te voegen aan de algemene reserve;
6. De in 2019 ontvangen klimaatmiddelen ad € 237.100 toe te voegen aan de nog te vormen bestemmingsreserve ‘Klimaat- en duurzaamheidsbeleid’ en beschikbaar te stellen voor de uitvoering in 2020;
7. Een bedrag van € 229.606 toe te voegen aan de nog te vormen bestemmingsreserve ‘Compensatie inkomstenderving precarioheffing 2020-2021” en vervolgens een deel ad € 114.803 te onttrekken ter compensatie van de lagere precario-inkomsten in 2020;
8. De bestemmingsreserves ‘gemeentelijke gebouwen’ en ‘uitbesteding Larense kunst’ op te heffen en het resterende saldo van € 253.024 vrij te laten vallen ten gunste van het te bestemmen rekeningresultaat 2019;
9. Het na de voorliggende resultaatbestemmingen nog te bestemmen rekeningresultaat, ad € 339.629 nadelig, te onttrekken aan de algemene reserve
10. Vaststellen van de 9e begrotingswijziging 2020.
7.8
Initiatiefvoorstel VVD LB bestuurlijk verzet
Voorstel:
1. Het college opdracht te geven het initiatief te nemen steun te bundelen van kleine en middelgrote gemeenten en aldus gezamenlijk de nijpende problematiek aangaande de financiële positie van gemeenten indringend onder de aandacht te brengen van de regering en het parlement.
2. Hierbij nadrukkelijk te kiezen voor alle legale middelen die ter beschikking staan om de ernst van de situatie indringend duidelijk te maken, teneinde genoemde instanties te bewegen een structurele oplossing voor de inmiddels precaire financiële positie van de gemeenten te realiseren.
3. De bestaande politieke relaties met de landelijke gremia en personen zelf ook actief te benaderen.
4. De provincie Noord-Holland en de regio Gooi en Vechtstreek te bewegen hierbij daadwerkelijk ondersteuning te verlenen.
8
Sluiting